In mijn gesprek met Koert van Mensvoort, CEO van het Next Nature Museum in het iconische Evoluon in Eindhoven, onderzoeken we hoe technologische ontwikkelingen zich evolueren van iets wat we proberen te beheersen tot iets waarmee we steeds meer samensmelten. Koert ziet deze ontwikkelingen niet als bedreiging, maar als onderdeel van onze evolutie – onze next nature.
Koert van Mensvoort is niet alleen filosoof, ontwerper en wetenschapper, maar ook iemand die mensen uitnodigt om opnieuw te kijken naar de relatie tussen mens en technologie. In zijn werk bij NextNature onderzoekt hij wat er gebeurt als innovaties zo ver doorontwikkelen dat ze een tweede natuur worden. Van kunstmatige intelligentie tot kweekvlees: hij ziet technologische ontwikkelingen als iets dat met ons meegroeit, niet iets dat ons bedreigt.
Tijdens ons gesprek voor De Strategie van de Kreeft-podcast gaan we op zoek naar de onderstroom onder al die razendsnelle technologische ontwikkelingen. Wat betekent het om mens te zijn in een wereld waar technologie niet langer een hulpmiddel is, maar een partner in evolutie?
1. Technologische ontwikkelingen als onderdeel van de natuur
Volgens Koert leven we nog vaak met het idee dat natuur en technologie elkaars tegenpolen zijn – een oud denkbeeld dat teruggaat op het Bijbelse paradijsverhaal. Maar, zegt hij: “Wij mensen zijn ook voortgekomen uit de evolutie. We zijn eigenlijk al technologisch vanaf de allereerste dag dat we mens zijn.”
Wat we maken en bedenken, komt voort uit hetzelfde evolutionaire principe als een bij die honing maakt of een vogel die zijn nest bouwt. Waar wij vroeger botten en stenen gebruikten, gebruiken we nu chips, data en algoritmen. Het zijn slechts nieuwe vormen van hetzelfde oeroude proces: de menselijke drang om de wereld vorm te geven.
We zijn eigenlijk al technologisch vanaf de allereerste dag dat we mens zijn.
Dat inzicht vraagt om een fundamentele herziening van hoe we naar technologische ontwikkelingen kijken. Ze zijn niet onnatuurlijk; ze zijn een verlengstuk van wie we zijn. Technologie is niet buiten ons – het ís van ons. En precies daarom is de vraag niet óf we technologie moeten omarmen, maar hóe we dat op een bewuste, menselijke manier doen.
Fragment: “Wij mensen zijn ook voortgekomen uit de evolutie. We zijn eigenlijk al technologisch vanaf de allereerste dag dat we mens zijn.”
2. Van angst naar vertrouwen in technologische ontwikkelingen
Elke innovatie roept aanvankelijk weerstand op. Koert haalt een prachtig voorbeeld aan uit de geschiedenis: toen elektrische verlichting werd geïntroduceerd, hingen in hotelkamers bordjes waarop stond dat het gebruik ervan niet slecht was voor de gezondheid. “Je moet deze lamp niet aansteken met een lucifer. Gebruik die handige knop bij de deur,” werd erbij vermeld.
Je moet deze lamp niet aansteken met een lucifer. Gebruik die handige knop bij de deur.
Vandaag glimlachen we om die waarschuwing, maar het laat zien dat elke nieuwe technologie begint met verwarring en angst. We denken eerst in termen van gevaar en controleverlies. Dat gold voor elektriciteit, voor de auto, voor het internet – en nu weer voor kunstmatige intelligentie.
Koert ziet die weerstand niet als zwakte, maar als een natuurlijk onderdeel van het leerproces. Technologische ontwikkelingen botsen in eerste instantie met ons wereldbeeld. Pas als we leren ermee samen te werken, wordt de angst vervangen door begrip.
Voor leiders en organisaties ligt hier een les: transformatie vraagt tijd. De reflex om te beheersen maakt langzaam plaats voor nieuwsgierigheid. Juist in dat tussenstuk – waar angst en fascinatie elkaar raken – ontstaan de echte doorbraken.
Fragment: “Je moet deze lamp niet aansteken met een lucifer. Gebruik die handige knop bij de deur.”
3. De snelheid van technologische ontwikkelingen vraagt om menselijke richting
We ervaren vandaag de dag een ongekende versnelling. Nieuwe technologieën volgen elkaar in rap tempo op: van generatieve AI tot synthetische biologie en quantum computing. Volgens Koert is dat deels perceptie: “Verandering voelt exponentieel, maar menselijke waarden blijven opvallend constant.”
Toch benadrukt hij dat we meer bewustzijn nodig hebben om die stroom te sturen. “We moeten technologie de juiste kant op sturen, zodat het ons als mensen steunt.”
Die uitspraak raakt aan iets wezenlijks: technologie is nooit neutraal. Ze versterkt wat we erin leggen. Als we haar voeden met angst, vergroot ze controle en ongelijkheid. Maar als we haar voeden met vertrouwen en menselijkheid, kan ze juist welzijn en verbinding versterken.
In het Next Nature Museum ontwikkelde Koert het Digital Wellness Center, waar bezoekers leren omgaan met digitale prikkels. Het laat zien dat technologische ontwikkelingen niet alleen een kwestie zijn van efficiëntie of winst, maar ook van welzijn.
Voor organisaties betekent dit: durf stil te staan. Niet om te vertragen, maar om richting te kiezen. Technologische ontwikkelingen hebben leiders nodig die durven vragen: waarom doen we dit eigenlijk?
Fragment: “We moeten technologie de juiste kant op sturen, zodat het ons als mensen steunt.”
4. Verbeelding als motor van technologische ontwikkelingen
Koert is niet alleen filosoof, maar ook ontwerper van mogelijke toekomsten. Zo maakte hij het eerste kweekvleeskookboek ter wereld en bedacht hij de speculatieve Energy Belt: een riem waarmee je je smartphone zou kunnen opladen aan je eigen lichaamsvet.
“Je denkt: wat een raar idee,” vertelt hij, “maar ik denk dat we op een gegeven moment elektronische apparaten aan ons metabolisme gaan koppelen.”
Ik denk dat we op een gegeven moment elektronische apparaten aan ons metabolisme gaan koppelen.
Die gedachte lijkt absurd – en juist daarom is ze waardevol. Want door zulke toekomstbeelden te verkennen vóórdat de technologie werkelijkheid wordt, ontstaat ruimte voor een maatschappelijk gesprek over richting, risico en betekenis.
Verbeelding is niet het tegenovergestelde van realiteit, maar de voorloper ervan. Elke innovatie begint met een fantasie. Door zulke denkexperimenten zichtbaar te maken, helpt Koert ons te oefenen in toekomstdenken: de vaardigheid om niet alleen te reageren op verandering, maar er actief mee te spelen.
Ook in organisaties is verbeelding een onderschatte strategische bron. Wie alleen stuurt op data en efficiency, mist de kracht van het experiment. Leiders die ruimte creëren voor verbeelding, maken technologische ontwikkelingen niet toevallig, maar natuurlijk.
Fragment: “Je denkt: wat een raar idee, maar ik denk dat we op een gegeven moment elektronische apparaten aan ons metabolisme gaan koppelen.”
5. Wat organisaties kunnen leren van technologische ontwikkelingen
Ook binnen zijn eigen organisatie paste Koert zijn visie toe. De Next Nature-stichting groeide van een losse creatieve zwerm naar een professionele organisatie. “Fluiditeit is belangrijk,” zegt hij, “maar als het te vloeibaar wordt, verdamp je.”
Hij ontdekte dat zelfs een organisatie die draait om vernieuwing, niet kan bestaan zonder structuur. Uiteindelijk koos hij voor een model geïnspireerd op de hersenen: een linkerhelft die structuur brengt en een rechterhelft die verbeelding voedt.
Dat model laat zien dat we veel van technologische systemen kunnen leren over organiseren. Net als een brein heeft een organisatie neurale netwerken nodig: verbindingen, feedback en leercycli. Teveel controle verstikt, te weinig richting verdampt.
Voor leiders ligt hier een mooie metafoor: durf je organisatie te zien als een levend systeem in plaats van een machine. Technologische ontwikkelingen tonen ons hoe complexiteit werkt — en juist daarin ligt de sleutel tot veerkracht.
Fragment: “Fluiditeit is belangrijk, maar als het te vloeibaar wordt, verdamp je.”
6. Co-evolutie: mens en technologische ontwikkelingen groeien samen
Koert beschrijft hoe de aarde naast een biosfeer inmiddels ook een technosfeer kent. “Als je alle technologie op een weegschaal zet – huizen, auto’s, smartphones – weegt dat nu al meer dan alle biologie samen.”
Technologische ontwikkelingen zijn dus niet iets buiten ons, maar iets dat met ons meegroeit. “Net als bloemen en bijen co-evolueren, doen wij dat met technologie. De vraag is of dat een symbiose blijft of dat de technologie op ons gaat parasiteren.”
Die vraag raakt aan de essentie van leiderschap in deze tijd. Technologische ontwikkelingen zijn niet meer te scheiden van maatschappelijke, ecologische en ethische vraagstukken. Hoe zorgen we dat onze innovaties bijdragen aan een leefbare toekomst in plaats van een overprikkelde wereld?
Koert pleit voor een bewustzijn waarin we technologie zien als bondgenoot, niet als vijand. Dat vraagt van organisaties om verder te kijken dan de hype van het moment. De echte innovatie zit niet in nóg meer technologie, maar in de manier waarop we ermee omgaan.
Vraag jezelf bij iedere nieuwe technologie af: vergroot dit mijn menselijkheid?
“Vraag jezelf bij iedere nieuwe technologie af: vergroot dit mijn menselijkheid?”
Het is een eenvoudige, maar fundamentele toets voor elke vorm van vooruitgang.
Tot slot: van angst naar symbiose
Wat mij vooral raakte in dit gesprek, is hoe Koert technologie niet wegzet als bedreiging, maar als uitnodiging tot verantwoordelijkheid. Zijn denkwijze helpt leiders, innovators en organisaties om anders naar technologische ontwikkelingen te kijken – niet vanuit angst, maar vanuit de kans op symbiose.
De toekomst is niet iets wat ons overkomt. Het is iets waar we actief aan vormgeven – met verbeelding, richting en menselijkheid.
Verder kijken of lezen:
– Bekijk hier het gehele podcast interview met Koert van Mensvoort.
– De Strategie van de Kreeft gaat dieper in op het organiseren van innovatie binnen je organisatie. De opvolger Hoe word ik een kreeft? legt de focus hoe je het veranderproces met je team het beste kunt invullen.
Op zoek naar meer inspiratie?
Wil je hier meer over horen of met jouw team werken aan het omarmen van technologische (en maatschappelijke) ontwikkelingen?
👉 Bekijk mijn keynotes innovatie of workshops omgaan met verandering.



